top of page
Zoeken

Terugblik op een snikhete eerste editie

Bijgewerkt op: 2 nov 2023

De Tour d’Opale ligt anderhalve maand achter ons, de druilerige herfstdagen doen mijmerend terugdenken aan die zeer warme eerste editie. Met twaalf fietsers verzamelden we op vrijdagochtend 8 september op het dorpsplein in hartje Zerkegem. De eerste kennismaking met minder bekende gezichten vond plaats, namen werd uitgewisseld, de bagage overgeladen in de volgwagen, de bandenspanning een laatste keer gecheckt. Na een korte praktische briefing vertrok het peloton om halftien voor drie heerlijke fietsdagen. De temperatuur rees al boven de twintig graden wanneer de groep koers zette richting Frankrijk en haar prachtige Opaalkust. Gemoedelijk maar sportief werd een tempo van iets boven de 30km/u bepaald. De ochtendzon langs de waterlopen inspireerde velen voor een kopbeurt, achterin de groep was ruimte voor een uitgebreide babbel en zelfs wat sightseeing. Zo passeerden we vlot de Franse grens en het stadje Bergues. Een plaspauze en een kleine wegvergissing later bereikten we de eerste bevoorrading in Saint-Pierre-Brouck. Ons logistiek team kweet zich heel bekwaam van haar taak. Opgesteld in de welgekomen schaduw kregen de deelnemers een gevarieerde bevoorrading voorgeschoteld: zoet, zout en vooral veel vocht werd aangevuld.

Eerste chasse-patat Met volle bidons en aangevuld glycogeen in de spieren zetten we etappe 1 verder. Het bleef nog even vlak. Rond kilometer honderd, in de buurt van het gezellige Noord-Franse stadje Ardres schoven dan toch de eerste glooiingen onder de wielen. De gesprekjes werden even on hold gezet, op kop werd een tempo gezocht waarbij iedereen aan boord kon blijven. We slingerden verder langs rustige, stilaan golvende wegen. Le Bois Madame was de naam van de eerste gecatalogeerde helling. Vrije snelheid tot boven was de richtlijn. De eerste chasse-patat werd ingezet, de schijnbaar rustige beginkilometers bleken toch al wat vermoeidheid te hebben veroorzaakt. Na een hergroepering op de top etaleerde zich al snel een prachtig vergezicht. Het Parc Naturel Regional des Caps et Marais d’Opale toonde zich in haar volle glorie. De blauwe lucht en stralende zon gaven het plaatje extra kleur. Veel tijd om te blijven genieten was er niet, want al gauw dienden zich nieuwe hellingen aan. Superlang waren die niet, van enkele honderden meters tot een kilometer of iets meer per stuk, maar hier en daar piekten de stijgingspercentages. Al maakten de slingerende afdalingen veel goed. Met al wat hoogtemeters in de benen bereikten we de tweede bevoorrading aan de sportterreinen van Wierre-Effroi. Deugddoend was de tweede bevoorrading. De temperatuur was boven de 25 graden gestegen. Cola vloeide rijkelijk, net als water en energiedrank. Het laatste luik van de etappe werd aangevat. Op en neer over rustige wegen, langs kleine dorpjes en heel wat groen. Het hoge viaduct in de verte gold als een leidraad. De snelweg die er overheen gaat, loopt immers parallel met de Opaalkust, wat betekent dat de aankomst dichtbij moest zijn. Na een passage door iets drukkere agglomeratie trokken we in peloton naar de voet van de Mont d’Ecault, onbekend voor de meesten onder ons, bij de locals echter bekend als ƩƩn van de steilste puisten van de Opaalkust. Het kraakte bij sommigen op de steile rechttoe-rechtaan-klim. Hier en daar schoten krampen in de spieren, soms met bijhorende vloek. Hergroeperen, even afdalen en ja, nog een tweede kanjer van een klim. De wachttijd boven was iets langer, maar deed voor iedereen deugd. Na het hergroeperen doken we in groep richting Boulogne-sur-Mer om in te checken bij onze slaapplaats. Een eiwitshake, wat frisdrank en een douche later kon de nabespreking beginnen.

Koninginnerit deed haar naam eer aan Dag twee stond voor de koninginnerit. De sfeer zat erin van bij de start. Bij het gezamenlijke diner de avond voordien werden tactieken besproken. Een kleine delegatie nam stiekem wat voorsprong van in de start. Die was opnieuw zeer zonnig. Al na enkele kilometers, bij het verlaten van Boulogne-sur-Mer ontsponnen zich de prachtige krijtrotsen langs de kust. We volgden die kustlijn noordwaarts, op en neer aan een onderhoudend tempo. Cap Gris Nez lieten we letterlijk links liggen, om enkele kilometers verder de meest bekende helling uit de streek te beklimmen, de Cap Blanc Nez. De groep was intussen terug ƩƩn geheel. We draaiden weg van de kust richting het natuurpark. Ons zicht op het Kanaal- prachtige plaatjes- en het scheepvaartverkeer deemsterde langzaam weg. Na verloop van tijd veranderde de omgeving. In groep bereikten we de eerste bevoorrading in Alembon. De hitte bleek een niet te onderschatten factor te gaan worden vandaag. De vele klimmende kilometers lieten weinig afkoeling toe. Er werd daarom beslist om op te splitsen in twee groepen, zodat iedereen min of meer zijn tempo kon rijden. Want het werd een stevig dagje fietsen. De ene helling volgde de andere op, een kleine dertigtal in totaal, elk met een eigen profiel: haarspeldbochtjes, steile knikken, gelanceerd bijtrappen tot boven. Fietsplezier van de bovenste plank, voor wie graag zijn fysieke grenzen aftast. Het bleef evenwel noodzakelijk om te blijven drinken, veel drinken om vochtbalans en suikervoorraad op peil te houden. Na de tweede bevoorrading, in het plaatsje Samer, wachtte een opeenvolging van steile knikken. Daarna reden we opnieuw richting de kust, ten zuiden van Boulogne-sur-Mer. De finale kende wat meer genade. Na een passage langs de badplaatsjes Equihen en Le Portel doken we naar beneden richting Boulogne-sur-Mer. Behoorlijk afgepeigerd maar voldaan bereikten de twee groepen de aankomst van een stevige etappe.

Terug naar huis Dag drie betekende de rit huiswaarts. Qua temperatuur deed ze niet onder voor de eerste twee dagen. De zon vergezelde ons opnieuw van in de start tot aan de eindstreep, net als de drank vloeide ook de zonnecrĆØme rijkelijk. Enigszins verlaten waren de wegen in Boulogne-sur-Mer op zondagochtend. We vertrokken langs de rivier Liane om al snel wat klimwerk achter de kiezen steken met de Mont d’Herquelingues. Gezapig bolden we door het natuurpark. Twee rommelmarkten op het parcours noopten nog even tot improvisatie. Na enkele tientallen kilometers waren de meeste hoogtemeters weggetrapt en konden we lichtdalend koers zetten naar Saint-Omer. Met zicht op de kathedraal genoten we van een eerste bevoorrading. We trokken vervolgens door met slechte kasseien bezaaide binnenstad van Saint-Omer. Verderop baanden we ons een (geasfalteerde) weg door Noord-Franse moerasgebieden om in de verte Cassel te ontwaren. De laatste klim van onze trip woog door, vooral omwille van de hitte. Meer landinwaarts leek de warme lucht nog iets zwaarder te wegen op de stilaan flink vermoeide lichamen. Na Cassel zochten we snel de Belgische grens op. Via Watou kwamen we West-Vlaanderen binnen. En hoewel het parcours meer genadig was dan in Frankrijk, was bevoorrading twee in West-Vleteren (alcoholvrij) zeer welgekomen. Na deze laatste stop klikten we in de pedalen voor een laatste rush. Met wind in de rug en bij het ruiken van de eindmeet werd het tempo hooggehouden. In peloton bereikten we de aankomst in Zerkegem. Voldaan schoven we aan voor een laatste recupshake en veel drank om de liters zweet te compenseren. Nog wat napraten, de fysieke vermoeidheid opmeten, de moeilijke passages en de fijne momenten overlopen. De sfeer zat er het hele weekend in, ondanks het afzien. Twaalf sterke beren voltooiden glansrijk de eerste Tour d’Opale. Vanuit West-Vlaanderen op eigen (spier)kracht naar de Opaalkust, de zwaarste Noord-Franse hellingen getemd en in gestrekte draf terug. Een sterke support crew stond hen adequaat bij. Chapeau! Op naar een nieuwe editie? Jawel…

Opmerkingen


Dit is het logo van Threshold Cycling. Het is gewoon de tekst, waarvan Threshold in vet staat en cycling in standaard lettertype
  • Instagram
  • Facebook

Threshold Cycling ©2025 

bottom of page