5 bijzondere plekjes op parcours Jour d'Opale

Route nieuwe groepsrit aan de Opaalkust ontleed

Het parcours van de nieuwe groepsrit Jour d’Opale is klaar. De Côte d'Opale en het sterk glooiende Parc Naturel Regional de Caps et Marais d’Opale vormen op zaterdag 25 mei het fraaie decor voor een sportieve uitdaging van 152 kilometer met meer dan 2000 hoogtemeters. We serveren je vijf bijzondere plekjes op de route.

1 Le Mont de Sombre km2

Nauwelijks gestart of daar is de eerste helling al. Net buiten Wissant draai je op de kustbaan rechtsaf. De eerste meters laten een doodlopende landbouwweg vermoeden, twee betonpaden met gras er tussen. Rij vooral verder, tussen de uitgestrekte velden en heuvelruggen. Je klimt gestaag en krijgt een steeds beter zicht op de Frans-Britse zeestraat en vaak ook de krijtrotsen rond Dover.

De Mont de Sombre is een verkeersluw alternatief voor de Petit Blanc Nez, de helling op de bredere kustbaan. De Sombre klimt iets hoger dan de kleine witneus en kent een piek van 10% op het einde. Wanneer je die hebt verteerd, kijk je best eens achterom. Een fantastisch panorama over de kust van Wissant tot aan Cap Gris Nez onspint zich voor je neus, wondermooi!

Na een korte afdaling sta je snel aan de voet van de tweede helling: Cap Blanc Nez.

2 Nielles-lès-Bléquin km 59.7

Al heel wat hellingen verteerd kom je in dalende lijn aan in een typisch Noord-Frans dorpje. Behoorlijk wat huizen maar weinig bedrijvigheid. In het centrum, elk aan een kant van de beek Bléquin die het dorp in twee deelt, bevinden zich twee authentieke kroegen: ‘Au sportif’ en ‘Café du Centre’. Als je wil weten of herinnerd worden hoe cafés er in de vorige eeuw uitzagen, dan ben je op de juiste plek. Wij posteren ons tussen de twee horecazaken in voor de eerste bevoorrading van de Jour d'Opale.

3 Le Haut Pichot km 105

Het vergt wat moeite om er te geraken, de uitgesponnen beklimming kan flink doorwegen na inmiddels 105 kilometer. Groot is het dorpje niet en uitzonderlijke bouwwerken zijn er evenmin, het is wel uiterst fraai gelegen op een heuvelrug. Dat merk je des te meer bij het buitenrijden. De snelle afdaling richting Verlincthun biedt een prachtig zicht over de regio.

4 Forêt domaniale de Boulogne-sur-mer km 120

Terug naar de natuur. Boulogne-sur-Mer kent als hoofdstad van de Opaalkust een uitgestrekte agglomeratie. De omringende heuvels zijn bezaaid met auto(snel)wegen, treinsporen en andere vormen van menselijke activiteit die gretig gefrequenteerd worden door gemotoriseerd verkeer.

Iets meer landinwaarts bevindt zich een groene long: het Forêt domaniale de Boulogne-sur-Mer. Qua oppervlakte aanzienlijk, opgedeeld in dreven in allerlei ondergronden: bosgrond, gravel, … Er loopt echter ook een geasfalteerd pad doorheen, waar enkel zwakke weggebruikers toegang tot hebben. Zoals veel stadsbewoners doen in het weekend, trekken we tijdens de Jour d’Opale door het bos. We doen dat na de tweede bevoorrading, op iets meer dan dertig kilometer van ons eindpunt. De longen vullen met zuurstof voor het laatste uur fietsen!

5 Les Dunes de Slack km 139

Zandduinen zijn zeldzaam aan de rotsachtige Opaalkust. Les Dunes de Slack vormen daar een uitzondering op. Startend aan de kustlijn, trekt de duinengordel een flink stuk het binnenland in. Biologen kunnen ongetwijfeld vertellen in welke mate dit zanderig gebied een diverse fauna en flora oplevert. Wij houden het bij ‘leuk om langs te fietsen’.

Tijdens de Jour passeren we aan de achterkant van het duinengebied. Aan de andere kant van de rijweg bevindt zich dan weer een uitgestrekt overstromingsgebied. De rivier ‘Le Slack’ treedt er, zeker in de winter, uitgebreid maar gecontroleerd buiten zijn oevers, waardoor de omringende vlakte quasi altijd blank staat. Wij trekken door voor de laatste tien kilometer richting Wissant. Nog enkele laatste pedaalstoten en je bereikt de aankomst waar je rustig kan bekomen en napraten.

Meer info over de Jour d'Opale vind je hier.